ActualiteitenArtikelenZorg

Zorgakkoord 2014-2018

Zorg voor Amsterdammers die het nodig hebben

Amsterdam staat voor goede zorg voor wie dat nodig heeft. Door de rijksdecentralisaties en bezuinigingen wordt het bieden van die zorg aan Amsterdammers een enorme uitdaging.

Zowel organisatorisch als financieel zal er veel van de gemeente gevraagd worden om te zorgen voor een succesvolle overheveling van deze taken. Daarbij moet nog meer dan normaal gelet worden op de belangen van de mensen die zorg nodig hebben. De vanuit het Rijk geïnitieerde mega-operatie mag wat ons betreft niet ten koste gaan van de kwaliteit en het aanbod van de zorg.

Om deze overheveling succesvol te laten verlopen is een groot aantal vernieuwingen nodig. Deze leggen we vast in een ambitieuze zorgagenda, waarin de kwaliteit en het aanbod van zorg voor de mensen die daar gebruik van maken centraal komt te staan.
We besteden de zorg bestuurlijk aan op basis van gunning. Hierbij letten we goed op prijs en kwaliteit. Ook willen we de overhead van aanbieders terugdringen. Daarnaast bekijken we of wordt voldaan aan de inkomensnormering bij het management.

Naast de traditionele aanbieders kijken we voor de verschillende zorgbehoeften ook naar kleine aanbieders, sociale firma’s en buurtinitiatieven.

Degene die de zorg ontvangt krijgt hierbij keuzevrijheid en bij het vaststellen van het aanbod is de vraag van cliënten leidend. We vertrouwen op de deskundigheid van professionals in de zorg.

Mantelzorgers en informele zorgverleners verdienen goede ondersteuning en moeten te allen tijde een beroep kunnen doen op professionele zorg en een voldoende aanbod van respijtzorg. Coördinatoren van informele zorg gaan deel uitmaken van het wijkzorgteam. De belangenbehartiging en het bewaken van de kwaliteit in de zorg geven we opnieuw vorm.
De zorg wordt buurtgericht georganiseerd. Op dit moment gaat dat om 22 gebieden in Amsterdam. Die aanpak wordt in 2016 geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie bekijken we of dat de juiste schaalgrootte is, of dat er behoefte is aan meer verfijning.

Hulp bij huishouding
Iedereen die nu hulp bij huishouding heeft, houdt dat tot 2016. Het college komt aan het eind van 2014 met een voorstel hoe met nieuwe gevallen wordt omgegaan. Om te bepalen wie er recht heeft op hulp bij huishouding wordt de mening van professionals, zoals wijkverpleegkundige of huisarts, leidend. De harde grenzen van leeftijd en een minimumaantal uren komen daarbij te vervallen. We stellen daarbij dat iedereen die het niet zelf in zijn eigen netwerk kan regelen, hulp krijgt op basis van behoefte. De signaleringsfunctie van de hulp bij huishouding wordt onderdeel van de gunning.

Dagbesteding
De dagbesteding wordt ondergebracht bij de wethouder Werk, Inkomen en Participatie. Ook de dagbesteding wordt zoveel mogelijk buurtgericht ingevuld. Niet het aanbod van de zorgverleners is leidend, maar de vraag van de gebruiker. Hier wordt nadrukkelijk ook het aanbod van bijvoorbeeld buurtinitiatieven en sociale firma’s bij betrokken.

Maatschappelijke opvang
We investeren extra in maatschappelijke opvang. We gaan hiermee nieuwe woonvormen creëren en bestaande woonvormen uitbreiden, om zo de doorstroming in de maatschappelijke opvang op gang te brengen.

Vluchtelingen

We trekken structureel geld uit ten behoeve van de uitvoering van de zorgplicht van de gemeente voor uitgeprocedeerde asielzoekers.

Jeugdzorg en Jeugdbescherming
De wethouder Jeugd gaat over alle jeugdzorgtaken. De signaleringsfunctie voor de zorgbehoefte komt primair bij scholen te liggen. Zij worden daarbij ondersteund door het schoolmaatschappelijk werk en zorgconsulenten. Hiervoor wordt extra budget vrijgemaakt. De schoolmaatschappelijk werker krijgt hierbij de coördinerende taak en kan daarbij terugvallen op de hulp van integrale hulpverleners, die nu worden opgeleid. Wijkzorgteams, Ouder- Kindteams en Samen Doen teams worden verder samengevoegd.

Omdat niet alle gezinnen goed vanuit school benaderbaar zijn, worden ook de Ouder-Kindcentra (OKC’s) betrokken bij de invulling van de jeugdzorg. Naast signalering kunnen zij ook goed de gesprekspartner zijn voor de ouders en het kind.

Gezinnen krijgen zo altijd een vast aanspreekpunt voor jeugdzorg, dat contact houdt met de verschillende gespecialiseerde professionals. Het gezin wordt nadrukkelijk betrokken bij het bepalen van de zorgbehoefte. Amsterdam werkt door met het principe dat voor ieder gezin een regisseur primair verantwoordelijk is, zodat de aanpak past bij de situatie van kind en gezin. Het afgelopen jaar is door deze methode het aantal dwangmaatregelen voor gezinnen met succes teruggebracht. Waar mogelijk dient voorkomen te worden dat een gezin onder toezicht komt te staan of een kind uit huis geplaatst moet worden. In het kader van de Top1000-aanpak blijft de gemeente inzetten op preventieve interventie bij gezinnen waar kinderen dreigen te ontsporen, onder meer door inzet van het Preventief Interventie Team (PIT).

 

Downloaden als PDF (Zorgparagraaf, onderstreping en cursivering door SN)

 

| TERUG > HOME |

 

, ,