Interviews

interview met Kris Peeters

“Ik ben altijd Vlaming gebleven, maar mijn hart ligt in Amsterdam”

De Brakke Grond 1982

De Brakke Grond, Vlaams Cultureel Centrum in 1982  –  fotograaf onbekend 

“In 1981 kwam ik vanuit Brussel naar Amsterdam, want De Brakke Grond zou opengaan, en ik wilde daar graag gaan werken. Maar de opening had ernstige vertraging opgelopen, en werd steeds uitgesteld. Toch heb ik meteen de stoute schoenen aangetrokken, en heb tussen het verbouwingsstof naar de directeur gevraagd. “O, die is even lunchen,” zeiden de werkmensen. Toen heb ik gewoon gewacht tot hij terugkwam, en mezelf voorgesteld: “Ik ben Kris Peeters en ik wil bij u komen werken.” Een dag later was ik directiesecretaresse. Tot mijn pensioen in 2012 ben ik bij De Brakke Grond blijven werken. Ik raakte al snel gehecht aan Amsterdam, en wil er ook oud worden. In Brussel heb ik al die tijd een appartement gehad, want als je voor een Vlaams Cultureel Centrum werkt, moet je wel binding met je roots houden, vind ik. En mijn ouders leven nog daar. Mijn vader is inmiddels 97. Zij zouden het liefst willen dat ik naast hen kwam wonen – ik heb immers geen kinderen, zeggen ze dan – maar daar denk ik niet over. Ik ben veel bij hun, hoor, en dan neem ik ze met m’n auto mee naar plekken, die ze nog willen bezoeken. Dat is ook de reden waarom ik überhaupt nog een auto heb, want in Amsterdam heb je die natuurlijk niet nodig. En het is duur bovendien. Ik heb ook nog een broer in Brussel, die gelukkig ook nog veel voor mijn ouders kan doen.”

“Ik woon in een woongroep in de Sint Anthoniesbreestraat, je weet wel dat rooie gebouw waar vroeger een bakker op de hoek zat.

Sint Antoniesbreestraat

Sint Antoniesbreestraat met rechts “het rooie gebouw”

luchtfotomet roze gebouw vlek

De Sint Antoniesbreestraat is vrijwel geheel opnieuw bebouwd na de grote kaalslag 1975-1980 voor de bouw van de eerste metrolijn. De ingemonteerde roze vierhoek duidt de plaats aan waar “het rooie gebouw” in de jaren ’80 werd gebouwd.

Noemen ze dat het Italiaanse gebouw? Dat wist ik niet.

Ik heb twee grote liefdes door overlijden verloren, beiden na amper zes jaar samenzijn. De eerste was huisarts in Oost-Vlaanderen, de tweede was geboren Amsterdammer. Geboren op de Zeedijk. Drie jaar geleden is hij overleden. Ik heb zijn hand kunnen vasthouden tot hij overleed. Heel verdrietig. Diezelfde maand zou ik bij De Brakke Grond feestelijk met pensioen gaan. “Wil je dat niet uitstellen, Kris?” vroegen ze mij? Nee, zei ik, het leven gaat door. Ik ga me niet eerst een half jaar terugtrekken en rouwen. Ik ben blij dat ik dat zo gedaan heb. Het hielp echt om verder te gaan en in de toekomst te kijken.”

“In België heb ik Sociale Academie gedaan en kwam zo in het culturele welzijnswerk terecht. Door mijn contacten hoorde ik van de oprichting van het Vlaams Cultureel Centrum in Amsterdam. Daar was binnen het Vlaamse welzijnswerk veel kritiek op, omdat er zoveel Vlaams geld naar Nederland ging, terwijl er in Vlaanderen bezuinigd werd. Desondanks leek mij dat wel wat. De rest is geschiedenis. Ik heb er 33 jaar met veel plezier gewerkt. Eerst als secretaresse van de directeur – en ik heb heel wat directeuren voorbij zien trekken – later in allerlei functies. Tot mijn pensioen.”

“Ik ben altijd Vlaming gebleven. Mijn auto heeft nog steeds een Belgisch kenteken. Maar mijn hart ligt in Amsterdam. Het is een stad waar ik me altijd veilig heb gevoeld, en thuis. Amsterdammers zijn open, sociaal en toegankelijk. In Brussel zijn de mensen veel afstandelijker en gesloten. Als je daar met zware tassen je auto leegruimt, zal er niemand zijn die je even helpt. In Amsterdam wel. Dat is een heerlijk idee.

Toen ik hier net kwam wonen moest ik wel erg wennen aan het eten. Vroeger waren Hollanders niet in goed eten geïnteresseerd. Zelfs bij Albert Heijn kon je nog geen goeie fles olijfolie kopen. Dat is in de loop der jaren erg veranderd. Ten goede. Je kunt nu in veel restaurants goed eten voor een redelijke prijs.

En in onze woongroep is het natuurlijk ook prima. Fijne mensen. Beetje weinig mannen wel. Ik zit daar al jaren in het bestuur. De oprichtster van onze woongroep gaat op haar 82ste vertrekken. Vinden we allemaal erg jammer. We proberen nu wel om een man in ons midden te krijgen. Maar dat is nog niet makkelijk. Blijkbaar is zo’n woongroep voor vrouwen aansprekender.”

 

door Gee de Wilde

lees >> alle interviews