ColumnStadsdorp

Gesproken Column

Gee de Wilde

verteld op de viering van 5 jaar Stadsdorp Nieuwmarkt
10 april 2018 in het Compagnietheater

 

Over Wederkerigheid

“De directie van dit feest heeft mij gevraagd of ik een wetenschappelijke spreekbeurt wilde houden over het begrip wederkerigheid. Bij dezen.

Amsterdam, 10 april 2018

Beste Thea,

Weet je nog van ons eerste Dammetje, vijf jaar geleden? Op het prikbord had je opgegeven dat je moeite had met je belastingformulier. Terwijl ik daar mijn hand niet voor omdraai. We hadden bij jou thuis afgesproken. Drie hoog. Dat had je er niet bij gezegd. Ik heb onder aan de trap even staan vloeken. Dat mag je best weten. Nadat ik naar boven was geklommen, want een traplift ho maar, en vijf minuten had staan nahijgen, heb je mij al je persoonlijke paperassen gegeven. Mooi dat je me daarin vertrouwde. Omdat je huurder bent, en niet rijk, was het invullen van de belastingaangifte zo gepiept. Je kon zelfs je DigiD meteen vinden. Daar moet ík altijd een half uur naar zoeken.

‘Dan bewaar je hem maar voor bezoek’, suggereerde je.

Ja ja, toen kende je me nog niet zo goed.

Maar Thea, waarom moest ik daarna met een grote fles Remy Martin VSOP al die trappen weer afklimmen. Ik met m’n kapotte knie, en dan zo’n zware fles erbij. En ik had je al in vertrouwen verteld dat drank een iets te intieme vriend was geworden. Zeker na het overlijden van Francien. En dan kom jij met het meest verleidelijke aanzetten dat deze man zich kon voorstellen. ‘Dan bewaar je hem maar voor bezoek’, suggereerde je. Ja ja, toen kende je me nog niet zo goed.

Daar gaat het trouwens niet om, Thea, om mijn drankprobleem. Het gaat om het geven zelf. We hadden toch afgesproken dat ik voor dat Dammetje niks terug zou hoeven krijgen …! En toen deed je het toch. Ik zat daar behoorlijk mee in mijn maag. En nou geen grapjes over dat dat met cognac ook zo is, ik bedoel dat het m’n maag in gaat, want dat is niet gebeurd. Ik heb de fles toen aan mijn schoonbroer in Purmerend gegeven. Hij beloofde hem in verzekerde bewaring te houden, en er desgevraagd wat uit te schenken. Mijn schoonbroer drinkt alleen bier. Dus die fles was in goede handen. Volgens mij staat hij daar nog. In Purmerend.

Ik hoop niet dat je het me kwalijk neemt dat ik het zo heb geregeld. Weet je, Thea, ik heb geen zin om weer een jaar bij de AA rond te moeten lopen. Aardige mensen, daar niet van, maar ze vergaderen altijd in Buitenveldert. En met mijn knie is dat een mijl op zeven. 

Jij vond dat ik er veel te weinig voor vroeg.

Ook toen ik zei dat ik dit een perfect Dammetje vond.

En toen daarna. Daarna was jij zo aardig om me af en toe mee te nemen naar de film en naar concerten. Dat was mijn Dammetje. Jij had ook wel in de gaten, dat ik na het overlijden van Francien niet erg uithuizig was. Tja, zij was altijd de plannenmaker. En zij was niet bang om auto te rijden. Ik ben nu eenmaal als de dood om in Amsterdam te rijden. Je moet zo vreselijk oppassen met al die mensen die op straat lopen. En die brutale fietsers die overal tegen het verkeer inrijden. Nee, mij niet gezien. Ik was dus hartstikke blij dat jouw jongste zoon onze auto wilde overnemen. Jij vond dat ik er veel te weinig voor vroeg. Ook toen ik zei dat ik dit een perfect Dammetje vond. Ik was van de sores en de verzekering af, en jouw zoon was er hartstikke blij mee. Maar nee, dat was weer niet genoeg. Ik moest zo nodig de hele Murakami-bibliotheek van jou krijgen. Zeker een halve meter. Prima boeken, daar valt niks op af te dingen. En ik was er inderdaad maanden mee onder de pannen. Maar dat hoefde toch niet, Thea. Het was een Dammetje.

Dat was tegen het principe van de Dammetjes,

en tegen de principes van het feminisme

Soi. Zand erover. Maar wat er daarna gebeurde, daar had ik ook weer moeite mee. En jij ook, had ik het idee. Dat ik je wilde bedanken voor al die uitjes die we samen maakten, en waar jij mij belangeloos dammetje-gewijs met je auto mee naar toenam. Eén avond samen uit eten. Eentje maar. En was het gezellig of niet soms. OK, beetje chique, maar jij zat wel ongelofelijk te genieten. Je had in jaren niet meer zo heerlijk gegeten, zei je. Maar toen de rekening kwam moest mevrouw kost wat kost de helft betalen. Ik vond het gewoon fijn om je eens te trakteren. Nee, dat mocht niet. Dat was tegen het principe van de Dammetjes, en tegen de principes van het feminisme, en tegen de principes van gelijkheid van de AOW, en tegen je eigen principes en weet ik wat je er allemaal aan principes bijhaalde …. Maar ik ben achteraf blij dat ik doorgezet heb.

Gek werd ik er van. Thea,

zo ga je toch niet met je Dammetje om?

Was dat de reden dat je twee weken lang je telefoon niet opnam en m’n e-mails niet beantwoordde? Gek werd ik er van. Thea, zo ga je toch niet met je Dammetje om?

Na die twee weken konden we gelukkig weer eens wat afspreken, zonder ouwe koeien uit de sloot te halen. Gelukkig had je weer een geschikt Dammetje voor me. Een brief in het Frans, waar jij geen wijs uit kon. Een bijzondere brief ook. Je had die ouwe liefde al bijna veertig jaar niet gezien of gesproken, en nou kreeg je opeens post. Blijkbaar was z’n Engels wat roestig geworden, dat hij je in het Frans vertelde over zijn wedervaren. Van sommige passages moest je wel erg blozen. En ik eerlijk gezegd ook. Over dat hippiemeisje in de hete lavendelvelden, en hoe jullie samen stiekem naakt in zee zwommen. Om maar de meest onschuldige herinneringen te noemen.

Hij zal zich er wel over verwonderd hebben dat jij nu nog steeds in hetzelfde kraakpand woont als veertig jaar geleden. Ik kwam er niet goed achter of je hem nou wel of niet terug wilde zien. ‘Ik ga niet meer naar de Côte d’Azur’, zei je, ‘ik reis niet meer zo ver’. Maar of je die ouwe rakker nog naar Amsterdam wilde halen, werd me niet duidelijk.

Enfin, ik wilde hem best namens jou een brief in het Frans terugschrijven. Maar jij wilde dat toch liever zelf in het Engels doen. Snap ik, snap ik. Maar wat ik niet snapte na alles wat er tussen ons aan Dammetjes allemaal is gebeurd, is dat je na die vertaling een enorme bos bloemen bij me liet bezorgen. Ja ja, ik had meteen door dat ze van jou kwamen. Het kwam van de bloemist bij jou om de hoek. En de bloemenkeuze sprak ook boekdelen.

Een Dammetje is gewoon iets

dat we in het Stadsdorp voor elkaar doen.

Thea, wat moet ik toch met jou. Wanneer begrijp je nou toch dat er voor al die dingen die we voor elkaar doen niks tegenover hoeft te staan. Dat kost alleen maar geld. Een Dammetje is gewoon iets dat we in het Stadsdorp voor elkaar doen. Voor elkaar over hebben. Jij voor mij en ik voor jou.

Thea, laten we daar alsjeblieft mee ophouden. Het werkt gewoon niet.

Lieve Thea, ik weet het, ik ben een ouwe lul, en het klinkt misschien ouderwets, en je kinderen zijn het er vast niet mee eens, maar wil je met me trouwen?

Thea, ik hou van jou!

Frans”